Ethiopië > Via Khartoem naar Addis Abeba

Ik sta om kwart over vijf in de ochtend bij de incheckbalie op Schiphol. Ik ga op reis naar Ethiopië. Eerst vlieg ik naar Frankfurt. Op de Duitse luchthaven stap ik over op de vervolg vlucht naar Addis Abeba. Ik probeer onderweg nog wat slaap in te halen van de korte nacht. Ook lees ik alvast het reisprogramma voor de komende dagen. Buiten zie ik duidelijk Griekenland liggen. Ik vlieg over de eilanden richting Egypte. Na het grote Nassar stuwmeer in zuid Egypte zie ik vooral zand. Heel veel zand. Zelfs als ik over de Nijl in Sudan vlieg, zie ik langs de oevers alleen woestijnzand.

Ethiopië - Ethiopische kinderen kijken de bus na

Ik zie in deze woestijn geen enkel teken van leven. De vlucht maakt een tussenstop in de Sudanese hoofdstad Khartoem. Al met al is het door alle stops een lange reis. Om negen uur 's avonds arriveer ik op de Bole International Airport van Addis Abeba. In de aankomsthal sluit ik aan in de rij wachtende mensen voor een visum. De rij is niet heel lang maar veel snelheid zit er niet in. Ik wacht geduldig op mijn beurt. Mijn gegevens worden op het visum geschreven en na overlegging van twintig dollar wordt het visum in mijn paspoort geplakt. Daarna ga ik naar een wisselkantoor. Ik wissel 300 euro's in Ethiopische Birrs. Ik ontvang enkele gebundelde pakketten met geld. Waar moet ik al dat geld laten? Voorlopig gewoon in mijn rugzak. Het geld ziet er vies uit en er komt een doordringende vieze geur van af. Vreemd eigenlijk dat mijn euro's kreukvrij moeten zijn. Ik passeer snel de douane. Ik ben officieel in Ethiopië. Ethiopië ligt op een bergplateau. Praktisch het hele land ligt boven de twee kilometer hoogte. De bergketen is op veel plaatsen ook bepalend voor de landsgrens. Door de hoogte is het relatief koel in de zomer en kent Ethiopië een serieuze regentijd. Ethiopië heeft hierdoor een goed klimaat om te leven en voor de akkerbouw. September is de laatste maand van de regentijd. Achter de douane ontmoet ik de andere reisgenoten. Samen met de groep rijd ik naar het hotel. Een mooi hotel buiten het centrum. Ik sluit de dag af met een biertje in de bar. Rond middernacht ga ik naar mijn kamer.