Home > Iran > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 13
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Eigenlijk wel jammer dat we juist in dit hotel maar één nacht verblijven. Het hotel is het meest luxueuze van alle hotels tot nu toe. Een ruime kamer met zitje en apart keukentje. Ook de ruime lobby oogt luxueus. Ik verlaat Tabriz in zuidelijk richting. Met de bus rijd ik naar Kandovan. Een oud bergdorpje, dat veel weg heeft van de grotwoningen die ik eerder in Cappadocië gezien heb. De grotwoningen van Kandovan liggen tegen de berghelling aangeplakt.
Verschillende oude huisjes zijn nog in gebruik of zijn winkeltjes. Ik loop de smalle straatjes in. Veel straatjes bestaan uit trappetjes tussen de woningen door. Ik bezoek enkele winkeltjes. Een oude man met een wandelstok wenkt me. Ik moet hem volgen. Langzaam loopt hij het trappetje op naar een klein deurtje. Hij maakt het oude versleten slot open. Ik mag zijn grotwoning bekijken. In het Farsi praat hij onafgebroken tegen mij. Uit de gebaren begrijp ik dat ik ook zijn keukentje mag bekijken. Ik trek mijn schoenen uit en ga de kleine onderdoorgang naar de keuken door. Een primitieve ruimte. Het moet haast ondoenlijk zijn voor deze man om hier zijn oude dag door te brengen.
Ik sla de thee af en bedank hem met een fooitje. Als we Bonab binnen rijden, stoppen we naast de Mehr Abad mosque. De blauwe moskee is een oude moskee met prachtige houten pilaren. De caretaker wenkt mij dat ik de moskee ook van binnen mag bekijken. Hij heet mij met een vriendelijk gebaar welkom. Buiten word ik opgewacht door een groepje jongens. Zij willen van alles van mij weten, maar spreken nauwelijks Engels. Het wordt een moeilijk gesprek, maar met gebaren en mijn fotoboekje kom ik een heel eind. Ik breek het gesprek af om ook nog even het museum te bezoeken. Het museum toont het leven van de Koerden in de Iraanse provincie Azerbeijan. Het gebouw, een oude hamman, vind ik indrukwekkender. Buiten staan de jongens nog op me te wachten. Of ik Nederland kan omschrijven? Het aantal toehoorders groeit snel. Gelukkig ook enkele die meer Engels spreken. Al snel wordt het 'red light district' ingebracht. Iedereen is nieuwsgierig. Door het gesprek ben ik de tijd vergeten.
De rest van de groep wacht al. Snel neem ik afscheid en sluit weer bij de groep aan voor de lunch. Een typisch kebab restaurant. Door de toeloop van onze groep, moet de eigenaar extra kebab maken. In de open keuken voor in de zaak, wordt het vlees en de uien vers gemalen. Ook het klaarmaken van de spiesen is te volgen. Leuk om dit zo te zien. Daarna vervolgen we door het Koerdische landschap richting Takab. Takab is een klein provinciestadje. Als ik tegen zessen aan kom, ben ik behoorlijk gaar van de busreis. Ik ga even op bed liggen. De kamers zijn simpel, maar beter dan de Lonely Planet voorspelde. Er is veel geluid van de straat. Als ik uit het raam kijk, zie ik donkere wolken aankomen. Ook is de wind flink aangetrokken. Goed dat ik besloten heb in het hotel te gaan eten. Tijdens het eten spookt het op straat. Bomen zwiepen heen en weer, flinke ladingen zand waaien door de straten. De buitendeur wordt dichtgehouden door er twee stoelen tegen aan te zetten. Mijn pizza smaakt voortreffelijk.