Home > China > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 64
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
De laatste dag van de reis is echt aangebroken. Dag vierenzestig. Ik wil vanochtend te voet naar de Tempel van de Witte Wolken gaan. Een Taoïstische tempel aan de zuidzijde van het centrum. Een riksjarijder dringt aan dat ik met hem mee moet rijden. Hij wil mij voor tien euro er naar toe brengen. Dat is wel erg veel. Ik bied twee euro. Boos rijdt hij weg. Het is vandaag prachtig weer. Lekker om te lopen. Ik sla af de hutongs in. Bij een lokale eetgelegenheid bestel ik een ontbijt. Om de taalproblemen te mijden, bestel ik hetzelfde als de mensen naast mij, Het blijkt een gefrituurd broodje te zijn. Ik wandel verder richting de tempel. Het blijkt verder te zijn dan ik gedacht had. Een afstandje op de kaart is al snel enkele kilometers.
Als ik de weg vraag, word ik steevast naar de nabij gelegen bus- of metrolijn verwezen. Zelfs als ik denk dat ik er bijna ben. Al snel kom ik er achter dat ik fout zit. Ik moet nog een half uurtje lopen. Als ik dichtbij kom, kan ik ook makkelijker de weg vragen. Ik laat de Chinese naam uit de Lonely Planet zien en lachend wijzen mensen mij de juiste richting. Ik krijg er zelfs lol in om mensen aan te spreken. De Tempel van de Witte Wolken is een Taoïstische tempel. Het complex bestaat uit verschillende tempels en fraai gedecoreerde zalen. Bij iedere ruimte bidden gelovigen en offeren ze wierookstokjes. Het valt mij op dat bij deze tempel vooral jongeren komen om te bidden. Ik dwaal langs de gebouwen door het complex. Als ik weer bij de ingang sta heb ik een keuze. Ik wil naar de Beijing Zoo. In de dierentuin zijn panda's. Ik heb nog nooit een reuze panda gezien. Met de metro moet ik twee keer overstappen. Ik schat de afstand op 3½ kilometer. Een uurtje lopen. Ik besluit te gaan lopen. Lopend maak je het dagelijkse leven van de stad het beste mee. Ik ga op pad. Af en toe dwaal ik af als ik een leuk straatje zie. In een van de hutongstraatje passeer ik een kapper. Hij heeft momenteel geen klanten. Ik ga naar binnen om voor mijn vertrek netjes geknipt te zijn. Helaas wil de kapper zich niet wagen aan mijn baard. Chinezen hebben nauwelijks baardgroei. Het blijft bij wassen en knippen. Rond half twee kom ik aan bij de Beijing Zoo. Ik informeer direct naar de kortste weg naar de panda's. ik loop het Pandahouse binnen. Ik zie drie panda's in het buitenverblijf zitten. De panda's zitten rustig te eten tegen hun verblijf aan. Zo hebben ze minder last van het publiek. De Chinezen raken in extase bij het zien van de reuze panda's.
Ze roepen, joelen en moeten natuurlijk gezamenlijk op de foto. Ik vind het geweldig deze enorme dieren in het echt te zien. In het aangrenzende gebouw krijgen twee jonge panda's net te eten. Ze komen vlak bij het glas zitten. Leuk. Via de leeuwen en de tijgers ga ik naar het Beijing aquarium. Ik koop voor 15 euro een relatief duur kaartje voor dit deel zonder echt te weten wat me te wachten staat. Binnen worden verschillende thema's gepresenteerd met vissen, haaien, dolfijnen en pijlstaartroggen. Het ziet er mooi uit. Rond de aquariums zijn Chineesachtige pretparkactiviteiten. Draaimolens, eettentjes, lichtgevend speelgoed en bronzen beelden. De Chinezen zijn er gek op. Als climax loop ik de arena in voor de dolfijnenshow. De zeehonden en dolfijnen laten hun kunsten zien. Ik schat dat er zeker duizend toeschouwers in de arena zitten. Als ik om mij heen kijk denk ik dat ik de enige niet-Chinese toerist ben. Na de show ga ik met de metro terug naar mijn hotel. 's Avonds eten we gezamenlijk in een hotpot restaurant. Hotpot is een soort gourmetten. Het vlees, de groente en het brood wordt gedoopt in de hotpot. Tijdens het laatste gezamenlijke diner bedanken we Luc voor zijn inzet gedurende deze reis. De reis begint nu echt aan het einde te komen.