Home > Mongolië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 80
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Dag tachtig. Een vreemd gevoel. Vandaag verlaten we Ulaanbataar en rijden oostwaarts richting Vladivostok. Een afstand van 4.000 kilometer. In Vladivostok moeten we 3 augustus de boot hebben naar Japan. Over drie weken staan we in Tokyo en zit de reis er weer op. De reis lijkt soms voorbij te vliegen. Bij het uitrijden van Ulaanbaatar is het verkeer nog altijd hectisch. Een busje wil ons er niet tussen laten.
De spiegels raken elkaar. Gelukkig geen schade. Buiten de stad wordt het verkeer rustiger. Iedereen rijdt hier ook dezelfde richting op. Net vijftig kilometer buiten Ulaanbaatar ligt het Terelj National Park. Dit natuurgebied is geliefd bij de inwoners van Ulaanbaatar. Het ligt relatief dicht bij en er zijn veel overnachtingsmogelijkheden. Talrijke ger-kampen liggen op een rij. Midden in het park staat de Turtle rock. De enorme rots lijkt op afstand precies op een schildpad. De schildpad was in de tijd van Genghis Khan het belangrijkste symbool. Bij het naderen van de rots zie ik de schildpadvorm overduidelijk. Grappig. Net buiten het park langs de doorgaande weg staat het standbeeld van Genghis Khan. Het veertig meter hoge standbeeld is al van verre te zien. Wat een enorm beeld.
Eigenlijk alleen als je het vergelijkt met de mensen die er onder lopen, kun je de afmeting pas goed zien. Het ruiterstandbeeld werd in 2008 gebouwd ter gelegenheid van de achthonderdste verjaardag van de oprichting van het Mongoolse Rijk door Genghis Khan. Het standbeeld is ook van binnen te bezoeken. In het kleine museum wordt met een video getoond hoe het stalen standbeeld gemaakt is. Daarna ga ik met de lift omhoog in de staart van het paard. Via een trap kom ik tot boven het hoofd van het paard. Hiervandaan heb ik een indrukwekkend uitzicht op de wijde omgeving. Op het platform ontmoet ik een Nederlandse. Zij reist via de Trans Siberian Express samen met twee Spanjaarden. Ze maken een tussenstop van enkele dagen in Ulaanbataar. Het is nog vroeg in de middag. We besluiten nog twee uur door te rijden. Dan hoeven we morgen minder te rijden. De weg oostwaarts is nog altijd goed. Soms zit er wel een kuil in de weg, maar daar kijken we eigenlijk al niet meer van op. Net zo'n tachtig kilometer voor Undorhaan, slaan we een klein paadje in. Uit het zicht van de doorgaande weg, slaan we ons kamp op. Niemand om ons heen. Op het kooktoestelletje bereiden we nasi en drinken een biertje. Boven ons staat de bijna volle maan.